vrijdag 27 juni 2025



















mijn bijdrage aan

OPPORTUNISME de thema tentoonstelling van het Nevengeul programma van de IJsselbiënnale 2025, georganiseerd door kunstenaarsinitiatief Nieuwe Ruimte, met werk van zo’n 50 deelnemende kunstenaars. In plaats van mijn gebruikelijke werk met bewegende modellen in het atelier, heb ik dit keer beelden gebruikt uit webcamomgevingen, waar intimiteit verhandeld wordt en wederkerigheid ontbreekt; althans dat was mijn keuze. 

Mede naar aanleiding van een vorige project in Velp, waar ik de vraag stelde of ik als man op leeftijd, nog wel binnen de kunstenaars traditie, met vrouwelijke naaktmodellen kan werken.


Het schilderij Nu Bleu ontstond in Riez (11 juni ‘25, volledige titel: Nu Bleu - Minx•Girl#2, 100X100 cm, acryl/doek) ;  aanvankelijk was er het plan voor een serie, maar het onderwerp bleek binnen deze tijdspanne te zwaar voor meer dan één werk.


salotto.com

https://ijsselbiennale.nl/programma/

nieuwe-ruimte.nl


1 • werk in situ met ondergetekende

2 • het lichaam als beeld - beschouwen voorbij het contact

3 •  foto opening

4 • eerdere post van 6 juli '25 



Het lichaam als beeld - beschouwen voorbij het contact

Winston Huisman –  Nevengeul programma van de IJsselbiënnale 2025

  1. Inleiding: de blik, de afstand, de vraag

In de winter van 2022–2023 stelde Winston Huisman zijn werk tentoon in een duo-expositie met HJIM van Gasteren, onder de titel Krachtig subject versus weerloos object. De tentoonstelling bracht twee blikken op het vrouwelijke lichaam samen: de schilder die in de traditie werkt van waarneming, compositie en materialiteit, tegenover de vrouwelijke kunstenaar die zichzelf fotografeert, manipuleert en representeert. De spanning was voelbaar, zowel in de beelden als in de onderliggende vraag: mag de man nog schilderen wat hij ziet wanneer hij kijkt naar het lichaam van de vrouw?

De vraag is allesbehalve retorisch. Zij raakt aan eeuwen schilderkunst, maar ook aan de hedendaagse cultuur van zichtbaarheid, macht en moraal. Huismans werk is niet anekdotisch of provocerend. Zijn tekeningen en schilderijen van naakten — doorgaans gebaseerd op observatie van bewegende modellen — tonen eerder een proces dan een conclusie. Het lichaam is daarin niet het antwoord, maar het terrein van onderzoek. Wat in Velp op scherp werd gesteld, vindt in de huidige serie voor de IJsselbiënnale een nieuwe vorm: niet langer staat de fysieke nabijheid tussen schilder en model centraal, maar juist de afstand, de digitale bemiddeling, de eenzijdige blik.

II. De webcam als werkelijkheid

Het schilderij dat Huisman nu toont in het nevenprogramma van de IJsselbiënnale is gebaseerd op screenshots van vrouwen in webcam-sessies. In het schilderproces worden ze ontdaan van hun directe context en her-vertaald naar meer bedachte beeldmiddelen. Wat overblijft is een geconstrueerde vorm van lichamelijke aanwezigheid: zichtbaar, maar niet benaderbaar; geladen, maar niet expliciet, alhoewel …

Deze werkwijze wijkt nadrukkelijk af van zijn gebruikelijke praktijk sinds begin jaren tachtig. Waar de dialoog met een fysiek aanwezig dansend/bewegende vrouw centraal stond — een gedeeld proces van tijd, adem, beweging — is er nu enkel een bevroren moment. Geen contact, geen communicatie, slechts het residu van een beeld. Het lichaam is hier niet langer bron van waarneming, maar onderwerp van registratie. De blik is niet gedeeld, maar asymmetrisch.

De schilder stelt zich de vraag: Wat blijft er over van lichamelijkheid wanneer nabijheid ontbreekt? Of preciezer: hoe verschijnt het lichaam wanneer het alleen nog als visuele mogelijkheid bestaat — als iets dat gezien mag worden, maar nooit terugkijkt?

III. Representatie en werkelijkheid – tussen zelfpresentatie en uitbuiting

De vrouwen die in webcam-omgevingen verschijnen, lijken de regie te hebben over hun beeld. Ze kiezen poses, controleren de camera, beheren betalingen. Binnen de logica van de markt is er sprake van een vorm van autonomie: zij bepalen hoe ze zich tonen, waarvoor, en aan wie. Maar deze autonomie is niet vrij van context. De economische afhankelijkheid, de herhaling van visuele scripts, het performativiteit van verlangen — al deze elementen plaatsen vraagtekens bij de grenzen tussen zelfbeschikking en exploitatie.

De schilder die deze beelden gebruikt — en abstraheert — begeeft zich in dit krachtenveld. Niet als deelnemer aan het platform, maar ook niet als buitenstaander. Hij kijkt, kiest, vertaalt. Maar wat betekent het om deze lichamen, die op het scherm verschijnen in een intieme en commerciële context, op doek vast te leggen in een publieke ruimte?

De vraag wordt des te prangender in het licht van het project Silent Scream van HJIM van Gasteren. In deze reizende expositie, met bijbehorend boek, bestaande uit indringende fotoportretten van slachtoffers, plegers en betrokkenen bij seksueel misbruik, wordt het lichaam niet als beeld gepresenteerd, maar als drager van trauma. De foto’s getuigen, zonder voyeurisme, van de onzichtbare littekens van macht, geweld en stilte. De tentoonstelling roept bewustzijn op over hoe lichamelijkheid onder druk komt te staan wanneer grenzen worden overschreden — fysiek, psychologisch, visueel.

IV. De censuur van het algoritme

Tijdens de voorbereiding van deze publicatie werd een onverwachte grens zichtbaar. Pogingen om referentiebeelden of zelfs abstracte schilderkundige vertalingen van webcam-posities te genereren via AI-systemen zoals ChatGPT, liepen telkens stuk op inhoudsfilters. Zelfs wanneer het beeld geabstraheerd, gecensureerd of kunsthistorisch werd ingebed, werd het systeem geactiveerd. Zelfs de Venus van Milo kon niet langer worden bewerkt in deze context.

Wat hier zichtbaar wordt is een vorm van technomoraal: een algoritmische ethiek die niet oordeelt op inhoud, maar op trefwoorden. Het lichaam wordt daarmee opnieuw gereguleerd — niet door de schilder, de canon of de samenleving, maar door ondoorzichtige structuren van digitale controle. Ironisch genoeg bevestigt deze weigering de centrale vraag van het werk: wie bepaalt wat zichtbaar mag zijn, en onder welke voorwaarden?

Niet alles wat zich toont, mag gezien worden. En niet alles wat gezien wordt, mag verbeeld worden. In deze tussenruimte beweegt Huismans werk — als poging tot begrijpen, niet tot verklaren.

V. Kunstgeschiedenis van het naakt – tussen taboe en toelaatbaarheid

Het kijken naar het naakte lichaam is zo oud als de schilderkunst zelf, maar zelden onschuldig. Reeds in Pompeï vinden we fresco’s waarin seksuele handelingen openlijk worden afgebeeld, waaronder een bekende voorstelling van fellatio in het Lupanar, het bordeel van de stad. Wat voor de Romeinen functioneerde als aanwijzing, verleiding of weergave van status, werd na de opkomst van het christendom onderworpen aan een nieuwe moraliteit: het naakte lichaam werd zondig, het kijken verboden tenzij gesanctioneerd door religieuze of mythologische context.

Toch verdween het naakt niet uit de kunstgeschiedenis. Integendeel — het keerde terug via omwegen. In de renaissance werd het mannelijke naakt herwaardeerd als ideaalbeeld (Michelangelo’s David), en het vrouwelijke naakt legitiem binnen de allegorie (Venus als dekmantel). De ‘geoorloofde’ blik was alleen mogelijk wanneer het naakte lichaam werd omgeven door verhaal: de schaamte werd getemperd door mythologie, bijbel, geschiedenis.

In de achttiende eeuw duikt met kunstenaars als Boucher en Fragonard een nieuwe vorm op: het privé-naakt, gemaakt voor persoonlijke collecties, losser van klassieke legitimeringen, maar nog steeds gebonden aan sociale conventies. Deze werken zijn verleidelijk, licht, soms schijnbaar onschuldig, maar altijd omgeven door impliciete regels over wie kijkt, wie bezit, en wie zwijgt.

De negentiende eeuw brengt een breuk. In Édouard Manets Olympia (1863) kijkt het model terug. Ze is niet langer een mythische figuur maar een contemporaine vrouw — een sekswerker — die zich bewust is van de blik. Haar directe confrontatie met de toeschouwer markeert een keerpunt: de beschouwing wordt problematisch. Vanaf dat moment wordt het naakt een plek van strijd: tussen autonomie en objectivering, tussen vrijheid en beschaming.

De twintigste eeuw radicaliseert deze spanning. In het werk van kunstenaars als Egon Schiele, Marlene Dumas, Sarah Lucas of Cindy Sherman wordt het naakt gebruikt om te ondermijnen, te bevragen, te spelen met machtsverhoudingen. De grens tussen kijken en bekeken worden, tussen macht en kwetsbaarheid, wordt zelf het onderwerp van het werk.

Vandaag de dag lijken we te leven in een paradoxale situatie: het lichaam is overal zichtbaar, maar tegelijkertijd onder voortdurende controle. Instagram verwijdert borsten, YouTube blokkeert naaktheid, musea verhullen soms hun eigen collecties uit vrees voor klachten of algoritmische censuur. Wat eeuwenlang onderwerp was van kunstzinnig onderzoek, is nu onderdeel geworden van een technisch geregelde zichtbaarheid — die zonder context oordeelt, zonder geschiedenis besluit.

Binnen deze traditie staat Huismans werk niet als uitzondering, maar als hedendaagse voortzetting van een eeuwenoud gesprek. Zijn werk plaatst zich niet tegenover deze geschiedenis, maar in haar verlengde. De vrouwen die hij schildert — ontleend aan digitale bronnen, maar herschreven in verf — zijn geen heldinnen, geen allegorieën, geen heiligen. Ze zijn aanwezig, zichtbaar, gecodeerd. Hun naaktheid is niet mythologisch; niet verheven, maar geconstrueerd. En precies daarin ligt hun relevantie: als echo van wat altijd zichtbaar was, en nooit neutraal.

VI. Slotbeschouwing – tussen schuld en toewijding

De vraagt rijst bij Huisman of er sprake is van het failliet van de muze? 

(de onderstaande tekst staat op de info-kaart bij de tentoonstelling)

Het failliet van de Muze?

Nu Bleu, het schilderij dat voorlopig als enige overbleef van een project, dat ik eerder dit jaar startte. In de vorige expo stelde ik de vraag of mijn werk met model nog te doen is in MeToo tijd, 

treft mij een zekere blaam?  Om dat te onderzoeken stapte uit mijn atelier op zoek naar bewegend naakt; over opportunisme gesproken … ! 

Webcam-dames bleken de enige mogelijkheid, waar intimiteit verhandeld wordt en wederkerigheid ontbreekt, 

althans dat was mijn keuze, voor seks kwam ik niet; géén 

wisselwerking, slechts observatie, wel beweging, ook dans:

dit werd de bron met de man als voyeur.


Het viel me heel zwaar; het bleek dat de enige houvast connecties met bekende kunstwerken waren, Nu Bleu is een knipoog naar de knipsels van Matisse uit 1952, ook l’Origine du Monde van Courbet, Olympia van Manet en de Venus van Georgione uit 1510 kwamen voorbij in dit doek en de reeks onaffe ... deze queeste kreeg toch nog betekenis. 

Veel onderzoek, veel mijmer: 


is de muze echt failliet? Wordt alles pulp, trash, goedkoop,

gelijk gestreken door categoriale krachten, zonder enige diepgang vervat in een heel dun laagje plastic? On verra …


Lees en bekijk meer op mijn weblog, 

http://letripdewinston.blogspot.com/2025/06/


In het hart van deze onaffe serie ligt geen antwoord, maar een besef van positie. De schilder kijkt, maar weet dat hij kijkt. Hij maakt beelden, maar is zich bewust van de geschiedenis waarin dat gebeurt. De schilderijen zijn geen aanklacht, maar ook geen ontsnapping. Ze zoeken naar een plek waar het lichaam niet gemoraliseerd, veroordeeld of gevierd hoeft te worden — maar onderzocht.

De eerdere vraag uit de tentoonstelling met HJIM van Gasteren klinkt hier in echo na: treft hem een zekere blaam? Misschien wel. Maar alleen in de mate waarin ieder beeld, iedere blik, iedere verbeelding altijd ook een vorm van toe-eigening is. Tegelijk toont het werk dat juist de schilderkunst — traag, stil, kwetsbaar — ruimte kan bieden aan twijfel. Aan vormen zonder definitie. Aan schoonheid zonder bezit.

Wordt vervolgd …

Jense van den Gothardtsz, Leuven







eerdere post van 6 juli '25 met schets Nu Bleu,Riez juni '25

Het failliet van de Muze?


Nu Bleu, het schilderij dat voorlopig als enige overbleef van een project, dat ik eerder dit jaar startte. In de vorige expo stelde ik de vraag of mijn werk met model nog te doen is in MeToo tijd, 

treft mij een zekere blaam?  Om dat te onderzoeken stapte uit mijn atelier op zoek naar bewegend naakt; over opportunisme gesproken … ! 

Webcamdames bleken de enige mogelijkheid, waar intimiteit verhandeld wordt en wederkerigheid ontbreekt, 

althans dat was mijn keuze, voor seks kwam ik niet; géén 

wisselwerking, slechtsobservatie, wel beweging, ook dans:

dit werd de bron met de man als voyeur.

Het viel me heel zwaar; het bleek dat de enige houvast connecties met bekende kunstwerken waren, Nu Bleu is een knipoog naarde knipsels van Matisse uit 1952, ook l’Origine du Monde van Courbet, Olympia van Manet en de Venus van Georgione uit 1510 kwamen voorbij in dit doek en de reeks onaffe ... deze queeste kreeg toch nog betekenis. 

Veel onderzoek, veel mijmer: 

is de muze echt failliet? Wordt alles pulp, trash, goedkoop,

gelijk gestreken door categoriale krachten, zonder enige diepgang vervat in een heel dun laagje plastic? On verra …


eerste krabbel Blauwe Hand