vrijdag 15 januari 2021

TOREN VAN HOOP

mijn bijdrage aan 

Beelden op de kaart

Een kunstproject van Stichting Kunst in Millingen


Een stad, een dorp, een rivier….
Een willekeurig  nummer en een speldenprik op de landkaart verwijzen naar een plek in Nederland of in het grensgebied Duitsland en België. Kunstenaars worden door dit toeval verbonden aan een locatie. 
Voor deze plek maken zij een virtueel beeld in de openbare ruimte.


link naar de site








Wat er aan vooraf ging:

Mijn eerste associatie toen de plek werd toegewezen was een ‘Toren van Hoop’; een enorme handschrift matige lichtlijn, die als baken omhoog groeit, van kleuren verandert - met evidente associaties in deze tijd - op ‘n plek waar vroeger via de Zuiderzee de schepen de wereld in gingen.


‘Toren van Hoop’, een persoonlijke signatuur. 

De vorm, die eigenlijk niemand toebehoort, terwijl de identificatie juist uiterst persoonlijk werkt voor de toeschouwer;

makkelijk eigen te maken:

het is wat het is, erg simpel - ‘n krabbel - gelijk de eerste uitingen van kinderen: het is nu ons vak, onze passie, die alle hoop in zich draagt maar voor het kind door rationalisaties, contextuele druk de kop wordt ingedrukt. ‘Lineaal’ en algoritmen wurgen die oorspronkelijke kracht. 

In zijn boek Homo ludens: Proeve eener bepaling van het spel-element der cultuur, beschrijft Johan Huizinga deze kwaliteit, die wij kunstenaars koesteren ... 



Eerste schets voor de ‘Toren van Hoop’, een virtueel monument in de Helderse duinen.




Dat was begin december, begin    januari 2021 volgde uitwerking van het idee: 

Ik was al iets wijzer; vroeger moesten schepen wachten op het juiste tij - ze lagen eerst voor Pampus en later aan de Reede van Texel te wachten op goede wind en tij. 


De vorm van het werk is ook een omgekeerde kolk en heeft wonderwel te maken met het getijde; ze ontstaan als watermassa’s zich moeten verplaatsen, ook tussen Den Helder en Texel, met alle gevaren van dien .... reden genoeg om een lichtwervel tot hoop te verheffen op de nieuw gekozen plek; van het duin, de zee in, daardoor meer verbonden; hopende dat 't veranderende schijnsel steeds verrassend zal zijn. 



De plek 


Daar waar het zandstrand eindigt, dat zich langs de kust voortstrekt naar het zuiden liggen twee ‘kribben’, daartussen ‘komt het werk te liggen’; niet vast maar op een soort drijflichaam met zonnepanelen, die de LED verlichte wervel voorzien van stroom. Ze liggen net onder de waterspiegel.

 

Het geheel is verankerd. 

Deze mobiliteit past ook meer bij de zee; creëert meer mogelijkheden wellicht ook uitdagender, zelfs als virtueel kunstwerk ...